zondag 14 juni 2009

Dag 18: Carríon de los Condes - Terradillos de los Templarios


Gisteravond is er nog een groep pelgrims vertrokken om de tocht 's nachts te maken. Omdat er in deze streek bijna geen lichtvervuiling is, kan je er een prachtige sterrenhemel zien. Achteraf vernemen we van hen dat ze op een fiks onweer getrakteerd zijn en dat ze bliksemflitsen in plaats van sterren hebben gezien.




Wij staan om kwart na vijf op. Omdat er nog enkele pelgrims slapen, brengen we ons materiaal naar de keuken om daar onze rugzakken te pakken. Om 6u20 vangen we onze dagtocht aan. In de stad zijn er overal krijtfiguren op straat te zien. Later op de dag zullen deze opgevuld worden met bloemblaadjes en gekleurd houtschaafsel. Het maakt deel uit van de processie van Christus Koning. Van klein tot groot wordt hieraan meegewerkt.



Vandaag lopen we langs de Cañada Leonesa. Vanaf de 12de eeuw dreven herders langs deze cañada, of schapendrijversweg, hun kuddes merinoschapen in het voorjaar van de Sierra Morena in Andalusia naar de Cordillera Cantabrica in het noorden van Léon om ze daar op de sappige weiden te laten grazen. In het najaar vond de omgekeerde beweging plaats.



Was gisteren eentonigheid troef, voegt zich daar vandaag nog eenzaamheid aan toe. Dat is wat een kaarsrechte kiezelweg met niets dan dor gras en enkele schaarse graanvelden ernaast, met je doet. Jenny zet na een tijdje haar zelfgemaakte mantra in: "Grote stenen, kleine stenen, kiezelstenen, zand". Het helpt om de kilometers af te malen en zonder te stoppen - er is immers geen rustplaats of water, laat staan een dorp - bereiken we na bijna 4 uur Calzadilla de la Cueza. In het onooglijke dorpje met enkele huizen eten we ons brood met ham en kaas op. We vinden even later toch een bar open en drinken er een café con leche.



Na het dorpje verandert het landschap enigzins. Er zijn weer enkele heuvels te zien. Via Lodijas bereiken we om 13u15 Terradillos de los Templarios. Deze naam verwijst naar de Tempeliers, een orde hospitaalridders voortkomend uit de kruistochten. Ook bekend van de uitdrukking 'kunnen drinken als een tempelier' en het zal wel geen water geweest zijn.


In de albergue aangekomen krijgen we een bed toegewezen in zeer nette kamers van 6 personen. Het zijn deze keer geen stapelbedden, dus krijgt Hugo voor een keer geen pijn aan zijn hoofd als hij opstaat en moet Jenny niet naar boven klauteren. Ook onze man uit Brasschaat ligt bij ons op de kamer. Even later komen ook Bert en Lieve uit Waasmunster aan, alsook de 6 Franse gepensioneerden. Ondertussen is het buiten beginnen regenen, maar gelukkig kunnen we onze was onder een afdak ophangen.

We merken de nederlander weer op, waarmee we enkele dagen geleden, toen nog samen met Willem Hoet, iets gedronken hebben. Hij is een eind in de veertig en heeft een naar onze smaak een eerder ongezonde voorkeur voor zeer jonge en vooral eenzame meisjes.


(Marcel, Jenny, Bert en Lieve)

Nadat we onze blog hebben bijgewerkt, gaan we nog iets drinken in de bar van de albergue. We treffen er Bert en Lieve uit Waasmunster weer aan en ook onze man uit Brasschaat, die Marcel blijkt te heten. Hij heeft ondertussen al een flink aantal Veteranos achterover geslagen en blijft gezapig in het plat Antwerps verhalen vertellen. Buiten zitten nog een groep jongeren gitaar te spelen en te zingen. Pas om 22u30 is alles stil.

Al 420 km gedaan, nog 398 km te doen.

1 opmerking:

  1. Om variatie in de mantra te brengen, kan je ook zingen: "ik zie een steen, ik zie een steen, ik zie een steen er liggen er wel duizend over de straat, maar die ik zie is ne ...." (jullie kennen de melodie wel hè)

    Uw dochter...

    BeantwoordenVerwijderen