Om 3 uur is er op onze slaapzaal al een Duracell pelgrim met zijn rugzak aan het rommelen. Hij wil blijkbaar al vertrekken nog voor de deuren om 4 uur open gaan. Het wordt dus vroeg dag vandaag, de snurkers waren we ondertussen al gewoon.Vandaag gaan we naar Los Arcos. De tocht tot in Villamayor (2 uur stappen) is mooi. We komen voorbij de Bodegas Irache met wel een heel speciale bron: er komt rode wijn uit. Vroeger zoveel je kon drinken, maar door misbruik in het recente verleden nu enkel nog een slokje.
Hellingen en afdalingen volgen elkaar op. Bovenop de heuvelruggen zijn de vergezichten prachtig: geel rijpend graan en groene wijngaarden, waar veel volk met de snoei bezig is. Alleen de weg zelf, een brede kiezelbaan is saai.
Onderweg komen we regelmatig dezelfde mensen tegen. Een Amerikaans gezin: moeder, dochter en zoon. De moeder heeft 2 dagen niet kunnen stappen en heeft een deel van het traject met een taxi afgelegd. Maar nu stapt ze weer flink mee. Er is de professor uit Quebec, het Hongaarse koppel en de grumpy youngster uit Quebec. Deze laatste wuift steeds uitbundig als hij ons ziet.
De benen en voeten van Jenny zijn deze morgen nog gezwollen, maar ze heeft er geen last van bij het stappen. Vandaag gebruikt ze voor het eerst de wanderlstokken om bergop te lopen. Dat gaat duidelijk beter.
Na goed 5 uur komen we in de refugio van Los Arcos aan. Deze wordt verzorgd door 2 vrijwilligers van het Vlaams Compostellagenootschap, Dino en Carina. Om de 2 weken komt er een nieuw koppel om de refugio te bemannen. Dino en Carina hebben beiden de Camino meermaals gelopen. Later vernemen we dat Dino beginnend MS heeft. Zijn neuroloog raadde hem af om de tocht te ondernemen. Maar telkens hij de Camino loopt, voelt hij de energie terug komen.
Tegen halftwee is de refugio met zijn 72 slaapplaatsen volledig volzet. Onze Vlaamse hospitaleros doen hun best om de vele pelgrims die daarna nog toekomen, elders een slaapplaats te bezorgen.
Zoals op het ritme van elke dag doen we samen de was. Vooraleer we de was aan de draad hangen, halen we hem door een ouderwetse mangel uit oma's tijd. Drogen gaat vanzelf door de lichte wind en de warme zon. Daarna laat Jenny haar voeten en benen profesioneel masseren door de lokale kinesist. Ze vindt het zalig!
Op Pinkstermaandag viert men in Los Arcos het jaarlijkse dorpsfeest. Iedereen, van jong tot oud, trekt de bergen in naar de kluis om te feesten. Het stadje is dan ook zo goed als leeg. Op één na zijn ook alle restaurants gesloten, maar Dino helpt ons toch aan een tafeltje. Het is er zeer lekker eten en dat voor 10 € per persoon, een fles wijn en een fles water inbegrepen.
Toen we aan de Camino begonnen hadden we gepland om af en toe in een hotelletje te slapen om even op onszelf te zijn, maar daar hebben we tot nu toe nog geen behoefte aan. Blijkbaar breekt het samen de Camino stappen de muren tussen mensen af.
Al 138 km gedaan, nog 680 km te gaan. Een nieuwe 'voordeur'! Van hondertal 7 naar 6.