zaterdag 30 mei 2009

Dag 4: Cizur Menor - Cirauqui


Wanneer de 7 uur luiden lopen we de refugio uit. Als ontbijt hebben we een banaan gegeten en een lekkere café con leche gedronken. Met de opkomende zon achter ons lopen we door gerst- en havervelden. Alle (on)kruid staat elkaar te verdringen om de mooiste kleuren te etaleren.



Dan begint een flinke klim naar Zariquiegui. Als we het dorp naderen zien we bij een bank onder een boom een kruis. We lezen dat Frans Koks uit België hier gestorven is tijdens zijn Camino. Jenny plukt paarse veldbloemen en steekt ze bij de foto op het mooi gelaste kruis.



We stappen verder in de richting van een rij gigantische windmolens op de bergrug. Bovenop de pas Puerta del Perdón aangekomen zien we een prachtig modern perlgrimsmonument in metaal. We eten er ons brood en chorizo (nog uit België) en genieten van het schitterende uitzicht. Naar het noorden toe is alles groen, terwijl in het zuiden de graanvelden al rijp worden en de kleuren geler zijn.



We dalen af naar Uterga samen met het Nederlands koppel waarmee we gisteravond gegeten hebben. Aan de zuidkant zien we nu ook tarwe- en koolzaadvelden. Iets verder, in Obanos, komt de Camino uit Somport en de onze uit Saint Jean Pied de Port samen. We dalen verder af naar Puenta de la Reina, zo genoemd omdat in de Middeleeuwen een Spaanse koningin de kosten van de bouw van een nu nog steeds bestaande brug financierde, zodat de pelgrims de rivier Arga konden oversteken. We wandelen door het stadje en rusten uit in de schaduw van deze middeleeuwse brug.

We zijn al 6 uur onderweg, maar beslissen om toch verder te gaan naar Cirauqui, nog 2 uur wandelen. Om halftwwee beginnen we eraan. Het eerste stuk gaat goed maar dan volgt een lange steile klim onder een zinderend hete zon. Later vernemen we dat de temperatuur een stuk in de 30 graden was. Stap voor stap klimmen we naar boven. Veel zweet, maar geen bloed noch tranen.

Boven op de heuvelrug aangekomen zien we onze bestemming liggen. In het stadje is het jaarlijkse dorpsfeest al goed aan gang. We merken dat de wijn al rijkelijk gevloeid heeft, maar het blijft een vrolijke bende. Honderden mensen zitten aan lange tafels uitgebreid te eten. Jonge gasten, al goed in de wind, gooien stukjes brood als aalmoes naar ons, 'arme' pelgrims.



De refugio ligt bijna op het hoogste punt van het stadje tegenover een mooi kerkje. De gastvrouw Anhio ontvangt ons hartelijk. Het interieur is door haar geschilderd met figuren in warme kleuren. Vandaag is het 2 jaar geleden dat Jenny's vader overleden is.
Om 19 uur gaan we naar de mis, omdat op hetzelfde moment ook de jaarmis voor haar vader in Heusden bezig is. Zo zijn we er toch in gedachten bij. Behalve enkele pelgrims zitten er slechts een handvol oude vrouwtjes in de kerk. Maar ze zingen hemels.

Daarna eten we met achten aan een ronde tafel in een kleine gerestaureerde wijnkelder. Ook daar zijn er werken van onze gastvrouw: schilderijen en beeldjes in koper en hout. Het is een internationaal gezelschap: een Brits- Singaporees koppel, een Australisch, het Nederlands koppel Ad en Gelske, en wij. Het wordt een gezellige babbel.

Tegen 22 uur zoeken we ons bed op en gaan de snaveltjes toe. Buiten is de fiesta nog in volle gang. Vandaag hebben we 28 km gestapt, eigenlijk iets teveel, zeker bij deze hitte.

Al 99 km gedaan, nog 719 km te gaan.

vrijdag 29 mei 2009

Dag 3: Larrasoaina - Cizur Menor


Door de oorstopjes in onze oren - waar anders - verslapen we ons. Het is bijna 6u30 als we opstaan. De eerste 'trein' pelgrims is al vertrokken. Vandaag stappen we via Pamplona naar Cizur Menor. De zon schittert weer aan een staalblauwe hemel. Behalve enkele korte hellingen is de tocht vrijwel vlak.

We zijn vertrokken zonder ontbijt of koffie. Dat gaan we nemen in één van de volgende dorpjes, maar ze zijn zo klein dat er geen bars zijn. Pas na 3 uur stappen, in Villava, kunnen we een café con leche en een bocadillo con jamón (broodje met ham) eten.



Het is opnieuw stralend weer. Behalve enkele korte hellingen is de tocht eerder vlak. Het gras komt in het zaad en bij iedere stap komen andere geuren je tegemoet. Jenny wijst de rozebottel - niet de knop van een roos dus - en de kamperfoelie aan.



We komen Pamplona binnen via een middeleeuwse brug en daarna door de oude stadspoort met ophaalbrug. In de stad zien we op een bepaald moment een grote werkput van wegenwerken, maar die zijn stil gelegd. Vier archeologen zijn er druk met borsteltjes in de weer. Hugo loopt op hen toe en doet alsof hij geen gebenedijd woord Spaans verstaat, als ze hem toeroepen dat het verboden is de site te betreden. Hij komt toch te weten wat ze ontdekt hebben: op 4m onder het straatniveau loopt er een Romeinse weg naar wat vermoedelijk een tempel is geweest.



Omdat we Pamplona zelf al meerdere keren hebben bezocht, stoppen we enkel om er iets te drinken in het favoriete café van Ernest Hemingway. Dan wandelen we via de prachtige universiteitssite verder naar Cizur Menor. Het is ondertussen drukkend warm geworden, 29 graden horen we later. Het stappen valt zwaar. Na in het totaal 5,5 uur stappen komen we bij de refugio aan. Het blijkt een zeer aangename plek en we zijn snel weer fris en monter.

In tegenstelling tot vele andere pelgrims hebben we nog geen fysieke problemen, zelfs geen blaren. Later op de avond zitten we samen aan tafel met een Nederlands koppel, Ab en Gelske. Het zijn zestigers die al aan hun derde Camino toe zijn, eenmaal met de fiets en tweemaal te voet. We ontdekken dat we al driemaal naast elkaar in een refugio hebben geslapen.

Al 71 km gedaan. Nog 747 km te doen.

donderdag 28 mei 2009

Dag 2: Roncesvalles - Larrasoaina


We worden tegen 4 uur wakker. Het internationaal meerstemmig snurkerskoor heeft ingezet, soms aangevuld met enkele krachtige duetten. Tegen 6 uur worden de snurkers het zwijgen opgelegd door hemelse gregoriaanse muziek. Om 6 uur stipt flitsen de lichten aan. Enkele Duracell pelgrims pakken vliegensvlug hun rugzak en stormen de deur uit, nog voor wij goed en wel rechtop zitten in ons bed. Wij vertrekken tegen 7 uur van Roncesvalles naar Larrasoaina onder een stralend blauwe hemel. Zonder ontbijt, maar met een muesli reep van den Aldi.

Het wordt een zeer gevarieerde tocht. Eerst lopen we door kraaknette dorpjes in typische Pyreneese stijl. Dan door velden en weilanden met steeds de Pyreneën op de achtergrond. Pas na drie uur kunnen we in het eerste dorpje, Biskaret, ontbijten: een heerlijke tortilla met een café con leche. Hierdoor versterkt zijn de hellingen daarna geen probleem meer.


Onderweg ontmoeten we een Zwitserse pelgrim die aan zijn rechterkant deels verlamd is. Omdat daardoor ook zijn spraak beperkt is, communiceert hij met een leitje. Alle bewondering voor deze man die zich door zijn handicap niet laat inperken.

De weg gaat verder door prachtige beukenbossen. Dan volgt de steile afdaling naar Zubiri. Als erg zwaar omschreven in de gids, valt die uiteindelijk mee. In de afdaling worden we voorbij gelopen door een kwieke zestiger, die we later in de namiddag beter leren kennen. Ze komt uit het Limburgse Roermond en is daar op 10 maart vertrokken, de dag na haar 65ste verjaardag. Ze is al twee keer weduwe en heeft geen kinderen. Haar broer en zusters verklaarden haar goed gek toen ze vetrok voor de tocht. Nu is ze blij dat ze die maakt en, zegt ze: "Het wordt elke dag leuker."

We komen na 7,5 uur tocht om halfdrie aan in Larrasoaina. Onze rugzak staat 16de in de rij, dus gaan we nog een bed krijgen in de refugio. Slaapzak uitleggen, douchen, wat kleren uitwassen... we beginnen het ritme van de tocht te leren.

Tijdens het avondeten zitten we aan tafel met een Hongaars koppel van rond de dertig. Ze hebben twee jaar in Londen gewerkt en keren nu terug naar Hongarije. Hun spullen hebben ze al naar daar vooruit gestuurd. Maar eerst doen ze nog de Camino om een breuk te maken met hun vorig leven. Daarna willen ze in hun thuisland een nieuwe en definitieve start nemen.

Het is al laat - 22 uur - als we in onze slaapzak kruipen. Omdat het snurkerskoor hetzelfde stuk ten gehore brengt als vorige nacht, stoppen we oordopjes in onze oren. We vallen zalig in slaap.

Al 50 km gedaan. Nog 768 km te doen.

woensdag 27 mei 2009

Dag 1: Hunto - Roncesvalles


Om 6 uur loopt de gsm af. Ons verfrissen en de rugzak pakken. Op een ontbijt op zijn frans - een grote koffie, een baguette en jam - trekken we om halfacht de Pyreneën in. Er lijkt geen regen in de lucht te zitten, denkt de boerenzoon te weten.

De uitzichten op de valleien en de bergen zijn adembenemend. Maar vooral de stilte treft ons. Het eerste stuk is serieus stijl en op korte tijd stijgen we 400m. We komen grote kuddes schapen en zelfs vrij lopende paarden tegen. Boven ons cirkelen de gieren. Zien we er dan zo slecht uit? Als ze dicht bij je voorbij zweven, kan je zien wat een machtige vogels het zijn.



Na twee en half uur stoppen we om te eten. De Duitser met zijn teckel komt voorbij. De hond is in prima doen. Maar, lijken zijn pootjes al niet wat korter? Ook de Koreanen stappen voorbij. Ondertussen is het erg koud geworden en staat er een stevige wind. Wij stappen naar de top van de pas van Cisa op 1430m. Een van de Koreaanse meisjes heeft het moeilijk en de gepensioneerde ingenieur ontfermt zich over haar.

Eens over de pas gaat het snel naar beneden. Onze knieën vinden het niet zo fijn. Tegen half twee komen we in Roncesvalles aan. Het is vlotter gegaan dan we gedacht hadden. Inschrijven om een slaapplaats te krijgen in de refugio: een gigantische slaapruimte in een middeleeuws gebouw met zo een 140 slaapplaatsen. In afwachting dat de refugio open gaat, genieten we van een koele cerveza op een terrasje. Als iedereen zich na 16 uur heeft kunnen installeren in de refugio, begint het daar te lijken op een kerk met uitgeprocedeerde asielzoekers.



Om 19 uur wordt in een restaurant het 'menu del peregrino' geserveerd. We zitten aan tafel met iemand uit Vittoria, de hoofdstad van Baskenland. Het is verstandig om nooit Spanjaard te zeggen tegen een Bask. En dat doen we ook niet. Hij vertelt honderduit over de stukken van de Camino die hij al heeft gedaan. En zo hebben we ook de kans om ons Spaans van onder het stof te halen.

Terug naar de refugio. Om 22 uur gaan de lichten uit, maar Hugo heeft het niet meer gemerkt. Hij ligt al te knorren.

Al 27 km gedaan. Nog 793 te doen.

dinsdag 26 mei 2009

Dag 0: Heusden - Saint Jean Pied de Port - Hunto


We zijn weer vertrokken. Deze keer heeft Tom ons, weliswaar half in slaaptoestand, naar het station in Hasselt gebracht tegen 6 uur. En wie is er ons weer komen uitwuiven? Ja hoor, Rita en André.

Deze keer loopt alles vlot: van Hasselt naar Brussel-Zuid en dan naar Paris-Nord. Dan met de metro naar het andere treinstation in het zuiden van Parijs. We merken dat een man ons onopvallend volgt. We stoppen om hem te laten passeren, waarop hij even verder ook halt houdt. We gaan hem weer voorbij en hij volgt ons weer. We stoppen opnieuw en hij stopt even verder ook. Dan stappen we heel snel door en spelen hem kwijt. Geen twee keer, hé.

In Paris-Montparnasse nemen we de TGV tot in Bayonne. We komen tegen 15u aan. Door de treinstaking, waarvan we tot nu toe geen last hebben gehad, lopen er geen treinen van Bayonne naar Saint Jean Pied de Port. De vervangende bus gaat pas rond 18u om pas na 19u30 in Saint Jean Pied de Port aan te komen. Om dan nog 2 uur in de regen naar onze slaapplaats in Hunto te stappen, lijkt ons geen goed idee. We vinden een bus tegen 16u vertrekt naar Saint-Palais. Daar aangekomen stappen ze over op een bus naar Saint Jean Pied de Port. Deze bus blijkt ook dienst te doen als schoolbus. Dus eerst langs alle scholen in Saint-Palais, alle kindertjes afzetten in elk gehucht, en dan naar Saint Jean Pied de Port. We arriveren er om 18u.




We melden ons aan bij het Sint Jakobs Genootschap, krijgen onze eerste stempel en nog wat goede raad. Onder een dreigend zwarte hemel starten we onze tocht. Even later moeten we onze poncho´s boven halen en schakelen we over op geforceerde mars, met de welwillende instemming van Jenny. Na 1 uur en een kwart - normaal wordt er bijna 2 uur over gedaan - komen we aan. Stijging 300 meter.



We moeten dadelijk aan tafel met mog een twintigtal andere pelgrims. Een zeer gevarieerd gezelschap van Noren, Zwitsers, Australiërs, een Duitser met een teckel, en zowaar drie Koreanen, waarvan één een gepensioneerde ingenieur. Telkens er een nieuw gerecht komt, wil de Koreaanse ingenieur weten wat het is. De Duitser probeert dit in het Engels uit te leggen. Wat volgt is een Duits-Koreaanse versie van Fawlty Towers. Hilarisch. Na het eten om halftien ons bed in. Morgen wacht de oversteek van de Pyreneën.