donderdag 25 juni 2009

Dag 29: Fonfría del Camino - Sarria


Na een verkwikkende nachtrust zijn we klaar voor de dagtocht van 29 km naar Sarria, het laatste stadje van enige betekenis voor we Santiago de Compostela bereiken. Zonder het 'opwekkende' gerommel van de andere pelgrims heeft Jenny veel moeite om op de staan. In de nog duistere bar eten we wat ons nog rest van brood en kaas. Om halfzeven gaan er de lichten aan en kunnen we toch nog een café con leche bestellen. Daarna roept de Camino weer.



We lopen door kleine boerengehuchtjes. Het is er vuil en armoedig. In plaats van tegels zijn de dorpsstraatjes geplaveid met koeienvlaaien. Gelukkig compenseert het landschap dit door zijn schoonheid. De heuvels deinen voor ons uit als machtige groene golven. Op hun koppen groeien bossen van eiken en kastanjes. Meer naar beneden toe begint een lappendeken van weiden en velden.



Na 2u30 komen we in Triacastela aan. Het is de hoogste tijd voor een grote sanitaire stop en we bewieroken om beurten de plaatselijke pot. Na het dorp gaat het bergop naar de Alto de Riocabo. We passeren zo goed als uitgestorven dorpjes, die met elkaar verbonden zijn met 'corredoiros', oude verbindingswegen. Doordat het meestal holle wegen zijn, fungeren ze ook als open riool en bij regen worden het snel stromende beekjes. Eens over de pas komen we door het volledig uitgestorven Montán. Alleen het kerkhof herinnert nog aan het vroegere leven.



Zo tegen het middageten maken de Galicische boeren er een sport van om gier - koeie en of andere zeik in het vlaams - op hun weiden uit te sproeien. De geur is in elk dorp zo doordringend dat je binnen moet gaan eten om nog te weten wat er op je bord ligt.



Iets voor Ferula begint het te miezeren. Net op tijd bereiken we een gezellige bar, waar we de energietank weer op peil kunnen brengen. Als we terug buiten komen, heeft het opgehouden met regenen. Gestadig gaat het nu bergafwaarts en de stad Sarria komt in het vizier. Het duurt evenwel nog een uur voor we er zijn. Zoals gewoonlijk is het allerlaatste stuk door de buitenwijken erg saai. We zitten bovendien door de rubberen stopjes van onze wandelstokken. Als bij wonder verschijnt er een outdoor shop en voor enkele schamele euros kunnen we ze weer vervangen. Hopelijk houden ze het uit tot in Santiago.

We kiezen voor een privaat gerunde albergue, iets duurder, maar met kraaknette onderlakens en kussenslopen zonder kwijl. Ook de douches en het andere sanitair is heel proper. We hebben anders geweten. Na de douche en siesta werken we de laatste twee dagen van onze blog bij. Daarna eten we lekker in het restaurant van de albergue. Onder ons tweetjes weliswaar, want we hebben geen idee waar onze vrienden uithangen. Om 21u30 kruipen we in onze slaapzak en dromen van bronsgroen eikenhout.

Al 692 km gedaan, nog 126 te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten